STEPHEN KING, ADHD EN EEN GEZOND SNUFJE AUTISME: EEN LUGUBERE LIEFDESVERKLARING
Als je net als ik geboren bent met een ADHD-brein, een eeuwigdurende depressie en een (on)gezond snufje autisme dan heb je waarschijnlijk een redelijk gecompliceerde relatie met de wereld. En laat diezelfde wereld nou nét Stephen King voortgebracht hebben. De koning van het literaire horrorlandschap waar niets en niemand veilig is. Maar oh, wat ben ik al mijn hele leven fan van die man. Waarom? Geen idee. Misschien omdat de gruwels in mijn hoofd en de gruwels in zijn boeken elkaars hand vasthouden. Zoals Pennywise en die kinderen in de rioolbuizen van Derry. Ze maken elkaar niet beter, maar wel interessanter.
Een ADHD-hoofd vol met King’s creaties
Er is iets fascinerends aan de werelden die Stephen King creëert. Ze leven. Nou ja, vaak zijn ze dood, of half dood, of erger (Pet Semetary, anyone?), maar dat bedoel ik niet letterlijk. King’s werelden hebben een hartslag en dat maakt ze zo… verslavend. Vooral voor iemand zoals ik, met een hoofd dat nooit stilstaat. ADHD is als een mentale snelweg vol spookrijders en King’s verhalen zijn de ongelukken waar je niet langs kunt kijken. Je wéét dat het misgaat, maar man, je móét kijken. Misschien dat ik daarom zo goed klik met Stephen King’s werk. Mijn ADHD-hoofd vindt er altijd iets om me in vast te bijten. En als het niet de psychopaten, monsters of pratende auto's zijn dan is het wel de atmosfeer van voortdurende dreiging. Een beetje zoals mijn eigen brein dus. Het zou zomaar kunnen dat ik ooit wakker word en mijn gedachten beginnen te praten zoals Jack Torrance tegen zijn typemachine. "All work and no play makes Frenk a dull boy!"
Depressie en Stephen King: een match made in… nou ja, hel?
Afijn, laten we even praten over die chronische depressie; een constante metgezel. Als je leeft met een permanente schaduw dan herken je misschien iets in Stephen King’s verhalen. Het is die onderhuidse en sluipende angst. De spanning die zich opbouwt tot het onvermijdelijke. Een beetje zoals een depressie die zich aan je vastklampt als een spook in een verlaten hotel. Je weet dat het komt, je voelt het aankomen en toch schrik je je iedere keer weer de pleuris als het toeslaat. Maar dat is precies waarom Stephen King werkt voor mensen zoals ik. Hij maakt van die spanning een kunstvorm. Hij dwingt je om in de duisternis te kijken en te zeggen: “Oké, daar is het dan. Dit is mijn realiteit. En weet je wat? Ik kan het aan, want ik heb erger gezien.” Misschien is het zoiets als “kwaad met kwaad bestrijden”. Of misschien is het gewoon verdomd goede therapie zonder de eindeloze rekeningen. Sorry Ton! Dat is mijn ontzettend lieve en goede therapeut.
Donkere tijden en donkere verhalen: een vorm van therapie?
Ik ben Stephen King ontzettend dankbaar. Echt. Zijn boeken hebben me door menig donkere nacht geloodst. En dan bedoel ik niet alleen de duistere werelden die hij schildert, maar ook mijn eigen persoonlijke duisternis. Hoe leg je zoiets uit? Misschien hoeft het ook niet uitgelegd te worden. Niet alles in het leven heeft een logische reden. Kijk naar It. Waarom zou je rationeel proberen te verklaren waarom een kwaadaardige clown zich voedt met de angst van kinderen? Nou, net zo min als ik zou proberen uit te leggen waarom Stephen King mij op een gekke manier geruststelt. Misschien is het gewoon lekker om te verdwalen in werelden die minstens even angstaanjagend zijn als de echte. Zeker als je leeft met ADHD, autisme en een depressie. Je hersenen staan altijd aan en het is net als met horror; als de realiteit een beetje te veel wordt duik je gewoon even een andere nachtmerrie in. Die van iemand anders. Of misschien is het simpelweg dat ik altijd hoop dat de monsters in mijn hoofd net zo creatief zijn als die van King.
Eind goed, al goed? Nou, niet echt...
Dus om het kort te houden; Stephen King heeft mijn hoofd iets minder beangstigend gemaakt. Dat is een prestatie op zich. Net zoals zijn boeken me laten zien dat het oké is om in het donker te zitten zolang je af en toe maar iets leest dat je eraan herinnert dat er ergere dingen zijn dan jouw eigen gedachten. Dat is misschien wat King zo geniaal maakt. Hij herinnert je eraan dat zelfs de donkerste schaduwen je niet kunnen opslokken. Althans, niet als je snel genoeg wegrent. Dus bedankt Stephen King. Voor de monsters, de maniakken, de demonen en de duisternis. Je hebt het allemaal heel gezellig gemaakt hier in mijn hoofd. En zoals King zelf ooit zei: "Monsters are real, and ghosts are real too. They live inside us, and sometimes... they win." Gelukkig win ik het nog steeds vaak genoeg. Nou ja... meestal dan.
Oh, en als ik ooit verdwijn, maak je geen zorgen. Waarschijnlijk gewoon opgegeten door één van mijn eigen gedachten. Het enige voordeel? Geen therapiekosten meer en Stephen King heeft er een gratis idee voor een nieuw boek bijgekregen.
Reacties
Een reactie posten